Op de eerste april stuurt men de gekken waar men wil
Bij geen van alle lieve emails en reacties met goede tips en adviezen die we kregen was er iemand die rekening hield met de datum.... Jawel, u bent in het ootje genomen!
Tijdens de vele uren die we in de auto spenderen hebben we al een have maand geleden deze geslaagde actie bedacht.
Het verhaal is overigens niet helemaal uit de lucht gegrepen, want we hebben een brandend lampje op ons dashboard. Dat deze midden in een national parc begon op te lichten, gaf ons wel enigszins knikkende knieën. Het idee dat een leeuw, luipaard of ander dierlijk gespuis mee zou kijken onder de kap is geen geruststellende gedachte. Het lukte echter om naar een veilige picknick-plek te rijden. Daar hadden we met ons vakkundig oog (en wat hulp van een vriendelijke Afrikaner) al snel in de gaten dat ons rechterachterlicht het niet meer deed. Wordt binnenkort gerepareerd!
Nu zitten we ook geheel naar waarheid in Hogsback, een rustig, mooi plaatsje waar naar verluidt Tolkien als kind is geweest en inspiratie voor Lord of the Rings heeft opgedaan. Dit moet ter promotie van het gehucht natuurlijk worden uitgebuit, dus heet de plaatselijke slijterij ‘The Ring bottle store', kan je in Rivendell's lodge slapen en is ons hostel op Bag End gevestigd. Grappig genoeg deed de omgeving me erg denken aan Nieuw Zeeland, waar de LOTR-films zijn opgenomen. Zo is de ring weer rond.
Overigens Eef, hartelijk dank voor de 50 euro. Je begrijpt, we hebben het zelf niet nodig, maar ik zal het doneren aan Cheshire home of een ander goed doel dat we onderweg tegenkomen. Je kan het overmaken naar 47.31.25.447. Dank! :)
Nu zoals beloofd het verhaal van afgelopen week:
Van de slechte backpackers in Knysna kwamen we in een paradijs. Vlakbij het kleine plaatsje The Crags hebben we een aantal nachten gekampeerd bij heel gezellig hostel. De familie die alles in handen had bestond uit lieve, relaxte en betrokken mensen, die het geheel met veel zorg runde. We moesten wel langer dan één nacht blijven.
In de mooie bosrijke omgeving hebben we wandelingen gemaakt en zijn we op bezoek geweest bij een slangen- en een olifantenreservaat. Bij de eerste werden we enorm gewaarschuwd voor de vele gevaarlijke slangen in Zuid Afrika. Na het verhaal over gif en de gevolgen daarvan vroeg de gids wie er een 'absoluut ongevaarlijke' slang om z'n nek wilde. Enigszins aarzelend toch maar gedaan, zie foto.
De volgende dag zijn we naar het olifantenreservaat gegaan, wat een hartstikke leuk bezoek was. Na veel informatie hebben we met een olifant ‘hand-in-slurf'-gewandeld. Een fantastische ervaring!
We hadden nog niet genoeg van die enorme beesten en zijn naar Addo gereden, waar het bovengenoemd national parc zit, befaamd om zijn hoeveelheid olifanten. Gelukkig hebben we er een aantal mogen spotten, dat is nooit gegarandeerd in een gamepark. Ook een buffalo van heel dichtbij gezien die verstoord opkeek toen de auto een krassend geluidje maakte. We zijn maar snel weggereden.
Vanuit Addo zijn we naar Hogsback gegaan, waar we weer een fijn hostel hadden uitgezocht. Geen autoproblemen, dus we hebben heerlijk gerelaxt! Een mooie wandeling in het bos gemaakt langs watervallen, ter ontspanning daarna een heerlijk massage gekregen van de fairy godmother, een bad in de buitenlucht op een view point genomen en natuurlijk veel gelachen om onze geslaagde grap. Straks vertrekken we hier weer, op weg naar het volgende avontuur.
Geluk bij een ongeluk
Het schrijven van mijn verhalen spreid ik altijd over een aantal dagen. Ik maak ze in word en als het verhaal klaar is en we ergens een internetverbinding hebben, zet ik het op m'n weblog. Het verhaal van afgelopen week is echter zo lang geworden, dat ik hem in tweeën splits. Om met het spectaculaire eind te beginnen: we hebben autopech gehad. Dan heb ik het niet over een simpele lekke band, maar over échte pech.
Eergisteren vertrokken we naar Hogsback, een klein plaatsje dat in het bosrijke binnenland ligt. We reden in de warme zon met een gezellig muziekje op de achtergrond tot dit idyllische plaatsje wreed werd verstoord door een oplichtend rood lampje op het dashboard. Inmiddels weten we wel iets van de auto af, maar na alle basic controles van olie, water en andere vloeistoffen die we kenden, moesten we concluderen dat we werkelijk geen idee hadden wat dat lampje te betekenen had.
De handleiding die wel uitgebreid verslag doet over het in- en uit elkaar halen van de motor gaf tot onze verbazing geen uitleg over de lampjes.
Met enige aarzeling, maar zonder andere keus zijn we voorzichtig doorgereden.
Op een gegeven moment zagen we Hogsback liggen en we dachten dat we opgelucht konden ademhalen en de auto naar de garage brengen. Ineens werden we opgeschrikt door rare geluiden, gevolgd door een
‘plof-kloink-kggg' en zagen we zowaar rook onder de motorkap komen. Gelijk uit de auto gesprongen en toen deze niet ontplofte (teveel films gekeken?) hebben we hem aan de kant geduwd. Gelukkig lag
Hogsback op loopafstand en was hulp bij de garage snel geregeld. Ze hebben de auto naar de garage gesleept en bekeken.
Kennelijk keken we erg beteuterd en wanhopig, want de monteur vroeg ons direct naar onze verdere plannen. Alsof we daar al over hadden nagedacht.... Snel besloten we om ons aan het originele plan
te houden, pakten snel een rugzakje en aldus heeft hij ons naar het hostel gebracht dat we eerder hadden uitgekozen met de mooie naam ‘Away with the fairies'. Het hostel was zo mooi als beloofd
door andere reizigers, maar we konden er niet erg van genieten.
De volgende dag werden we namelijk gebeld door de monteur die ons al snel het doodvonnis ‘niks meer aan te doen' bracht. Hij had een ingewikkeld verhaal waaruit we begrepen dat er naast een oververhitte motor problemenin de versnellingsbak lagen. De kosten zouden zohoogoplopen dat het de moeite niet was. Einde Rav4 aka Superdave dus :(
Dat gaf ons direct een nieuw probleem: wat doen we met al onze spullen? De monteur bleek weer een redder in nood en samen met hem brachten we alles naar het hostel.
Toen we onze tent een maand geleden kochten, hadden we bewust voor een iets grotere tent gekozen. We hadden er echter geen rekening meegehouden dat we er ooit àlles in zouden moeten zetten. Ook de
mensen van het hostel waren gelukkig heel hulpvaardig en liet ons wat bagage in een kamer stallen.
Vandaag hebben we een mooie wandeling gemaakt in de omgeving. Het doel was om te bespreken wat we nu gaan doen. Gaan we de plaatselijke bevolking blij maken met onze onderbroeken, drastisch opruimen tot ieder één rugzak en dan verder liften? Of met openbaar vervoer? Misschien op een of andere manier een nieuwe auto bemachtigen? Eentje huren? Hier ergens als volunteer aan de slag tot begin juli? De rest van de tocht afblazen en het absoluut onverwachte doen en ons vliegticket vervroegen?
De wandeling duurde vier uur, maar de mooie omgeving leidde teveel af. We zijn er nog niet uit. Ideeën, meningen en suggesties zijn welkom....
Twee handen op één volle buik
Namibië wordt door sommige reizigers Africa for beginners genoemd; het land is redelijk ontwikkeld en volgens VN-berekeningen een middle income country. De verhoudingen liggen echter erg scheef. Sommige mensen zijn zeer rijk, maar anderen trekken het gemiddelde inkomen omlaag en leven in armoede. Ik snap wel waarom Namibië zijn bijnaam aan heeft verdiend. Er zijn vele goede asfaltwegen, steden hebben supermarkten met een vrij uitgebreid assortiment, benzine is meestal wel te krijgen bij tankstations en buiten de kleine dorpen is er vaak stromend water en elektriciteit.
Ik wist dat de situatie in Zuid Afrika beter zou zijn en toch verbaas ik me er dagelijks over. Dorpen die op de kaart vrij klein lijken hebben geen zandwegen en er zijn hippe koffietentjes en kledingwinkels in overvloed. De kust hier lijkt wel de Costa del sol!
Het volgende land, Mozambique, biedt andere vooruitzichten, dus we genieten er met volle teugen van zolang het duurt.
We hebben vijf dagen in Kaapstad doorgebracht, een zeer gezellige stad met veel bezienswaardigheden. Als echte toeristen zijn we naar het indrukwekkende Robben Island gegaan, naar de cel waar Nelson Mandela 18 jaar van zijn 27 jaar gevangenisstraf zat. Ook hebben we over Kaap de Goede Hoop gereden en hebben we de Tafelberg beklommen. Een lange, mooie wandeling en soms zelfs klimpartij gaf ons prachtige uitzichten.
In Stellenbosch, het naastgelegen universiteitsstadje, hebben we fietsen gehuurd en wilden we verschillende wijngaarden afgaan. Bij de eerste proeverij genoten we echter zodanig van de wijn, airconditioning en het kaasplankje dat we geen tijd meer hadden voor andere wijngaarden. Via de couchsurf-site hadden we een student gevraagd of we bij hem konden logeren.. We waren van harte welkom mailde hij terug, maar het zou wel een beetje ingewikkeld zijn. We moesten in de ochtend naar zijn werk gaan. Hij bracht ons naar zijn huis, gaf de sleutels, een uitgebreide uitleg over Stellenbosch en het advies vooral niet in de ‘zwarte wijken' te komen en hij vertrok weer. Die avond had hij ergens een bruiloft en hij sliep daarom niet thuis. Een beetje vreemd, maar wel zeer gastvrij!
De volgende ochtend hebben we briefje achtergelaten voor onze gastheer en zijn doorgereden via Cape L'Agulhas, het meest zuidelijke puntje van Afrika, naar Oudtshoorn gegaan, een plaats die zich ostrich capital van Afrika noemt. Aan alle struisvogelboerderijen te zien gokten we dat deze naam niet onterecht was. Uiteraard hebben wij er ook eentje bezocht en kwam ik er achter dat je op die vogels kan rijden. De vogel kreeg een kap over zijn hoofd, want dat houdt ‘m rustig zo legde de gids uit. Toen ik echter net op het beest zat, haalde hij die kap onverwachts weg, waardoor de vogel keihard wegrende en ik meehobbelde, me krampachtig vasthoudend aan zijn vleugels. Gelukkig renden er twee mannen mee die mij hielpen ongedeerd weer van de vogel af te komen.
Met een struisvogelei (struisvogel-ei?) als souvenir reden we door naar Mosselbaai, de eerste plaats op de befaamde gardenroute. We besloten het ei bij het diner op te eten en verkeken ons een beetje op de grootte. Het is namelijk even veel als 24 kippeneieren, toch iets te veel voor twee personen. Het was het begin van leuke gesprekken met andere backpackers. Vooral bij degenen die van de andere kant naar Mosselbaai waren gekomen bleek: ‘hoi, wil jij wat scrambled ostrich egg proberen?' een verrassende binnenkomer.
De volgende dag zijn we in Knysna, onze huidige plaats van bestemming, aangekomen.
We wilden graag de auto even laten nakijken om problemen in the middle of nowhere te voorkomen. Dit betekende dat we hier wat langer dan eerder gedacht moeten verblijven. Tijd voor plaatselijke delicatessen dus! We hebben oesters geprobeerd, maar ik snap nog steeds niet waarom die bij sommige mensen zo populair zijn. De locale bierbrouwerij Mitchell's beviel mij beter, ook omdat dit bezoek ons een nieuw mogelijk couchsurfcontact elders in het land opbracht.
We sliepen afgelopen nacht in een beetje vreemd hostel. De eigenaar vertelde gisteren dat hij iets met rode huizen/rode dakjes wilde doen 'net zoals in Amsterdam'. Of dit een vreemde manier was om te laten merken dat hij ons thuisland kent of dat het nou echt zijn wens was, was niet helemaal duidelijk. De blote borstenblaadjes die we even later op de bar zagen liggen, gaven het antwoord. Straks gaan we de auto ophalen, vannacht slapen we ergens anders!
Het reizen bevalt me erg goed. Het was even wennen om 24 uur per dag met iemand anders te zijn, maar het is erg gezellig met Jantine. Gelukkig hebben we allebei al wat reiservaring in onze rugzak en denken we over veel activiteiten, hostels en andere dingen hetzelfde.
Zie voor haar verhaal: zusterjantine.waarbenjij.nu
Hoogmoed komt voor de val
Het leek zo'n stoer plan: Ik vraag VSO nog geen vlucht voor mij naar huis te boeken en Jantine komt met een enkele reis naar Namibië. Samen gaan we reizen en we zien wel wanneer we teruggaan naar Nederland. Helaas mocht het niet zo zijn. Vanwege internationale regelgeving kwam Jantine het vliegtuig niet in zonder een retourvlucht en ze moest deze snel op het vliegveld boeken. Ze zou ook nog eens binnen drie maanden moeten terugvliegen, dus met de mogelijkheid van omboeken in gedachten kocht Jantine een ticket voor eind mei.
Deze bureaucratische onzin mocht de pret van ons weerzien niet drukken; op weg naar de flat van volunteers waar we mochten logeren, zaten we al snel als vanouds te babbelen en te lachen. Ik kwam al gauw weer helemaal op de hoogte van het wel en wee in Amersfoort!
We hebben eerst een paar dagen in Windhoek doorgebracht. Hier hebben we de laatste inkopen gedaan en natuurlijk Jantines ticket omgeboekt. VSO was blij met mijn vroege aanvraag en kon voor mij een plaatsje in hetzelfde vliegtuig bemachtigen. Zoals het er nu naar uitziet, komen we op 7 juli aan in Düsseldorf (let wel ontvangstcomité, we vliegen niet op Schiphol!), maar ja, een nieuwe omboeking is natuurlijk een fluitje van een cent!
Vanuit Windhoek zijn we naar Spitzkoppe gereden, een gebergte ten westen van de hoofdstad. Sliepen we de ene nacht nog in het mooie huis van een vriendin, lagen we nu op matjes in onze nieuwe tent op een zeer basic camping. Er waren longdrop-toiletten, maar geen douches of andere watervoorziening. Een wereld van verschil, maar voor ons ware reizigers geen enkel probleem. We maakten een wandeling, genoten van de mooie plek en de warme zon.... totdat die onder ging. Er was geen enkele vorm van verlichting op een mager maantje na, dus we kropen om 8 uur ons bed maar in. Om daar vervolgens een filmpje op m'n laptop te kijken. Helemaal zonder moderne middelen konden we niet!
De volgende dag zijn we terug naar de bewoonde wereld gereden. Via de luxe en weelde van Swakopmund zijn we naar de rode duinen van Sossusvlei gegaan. Dit is dé toeristische trekpleister van Namibië en nadat ik een jaar mooie verhalen van andere volunteers erover heb gehoord, kon ik ze eindelijk zelf aanschouwen. 's Ochtends vroeg klommen we zoals elke toerist Dune 45 op voor een schitterende sunrise. Daarna zijn we verder het park ingegaan naar de Sossusvlei zelf, een soort vallei tussen de duinen. Er zijn twee parkeerplekken; één voor normale auto's en vijf kilometer verder een voor auto's met 4x4 aandrijving.
Een tourguide had ons van tevoren gewaarschuwd. Mijn auto, een Toyota Rav 4, zou het prima kunnen, maar hij geloofde niet dat wij rijvaardig genoeg waren om zonder problemen de tweede parkeerplek te bereiken. Uiteraard zagen wij hierdoor de uitdaging wel liggen. Onder gniffelende blikken van de chauffeurs van de shuttle die op en neer gaat voor eigenaren van minder avontuurlijke auto's verlieten we de eerste parkeergelegenheid. Spannend was het wel, want het bleek wel écht rul zand te zijn waar we doorheen moesten crossen. En nee, daar hadden we inderdaad nog geen ervaring mee.... Onze vreugde (en opluchting) was groot toen we probleemloos de Sossusvlei bereikte! Na een prachtige wandeling door de vallei en door de naastliggende Dead vlei, ging de rit terug ook vlekkeloos.
Vol trost arriveerden we op de eerste parkeerplek en lachten we twee middelbare Fransmannen heimelijk uit die na vijf meter vast kwamen te zitten met hun Toyota Hilux, de koning der 4x4, en beteuterd terugkwamen voor een plekje in de shuttle.
Na vele lofbetuigingen van de shuttle-chauffeurs brachten we onze banden vakkundig weer op de juiste spanning en reden moe maar zeer tevreden terug naar de camping.
De volgende dag gingen we weer op pad, naar een volgend toeristisch hoogtepunt: Fish River Canyon, de op een na grootste canyon ter wereld. Helaas ging de reis niet zo soepel als wij, inmiddels zeer ervaren bestuurders, hadden verwacht. Op een gegeven moment hoorden we een raar geluid en stopten. Het bleek te komen van een losse uitlaat die over de grond sleepte. Het ‘ojee-wat-nu-moment' duurde maar even en met wat scoutingknopen uit m'n geheugen opgediept knoopten we de boel weer vast en reden verder. Niet geheel zorgeloos, want we hadden al een scheur in de leiding van de uitlaat ontdekt.
Een dik uur later werden we opgeschrikt door een nieuw vreemd geluid. Waar we al bang voor waren: de buis was compleet doorgebroken. Tot onze grote opluchting hadden drie Zuid-Afrikaners al heel snel in de gaten dat dit probleem ver buiten onze autokennis en -kunde lag en hielpen ons. Ze hebben de uitlaat geheel los gemaakt en met dit deel tussen ons in reden we verder met een geronk waar menig rapper jaloers van zou opkijken.
De eerstvolgende garagehouder kon de auto niet repareren, maar een vriend van hem in een nabijgelegen gehucht had wel de benodigde materialen. Aldus boemelden we verder.
Groot was de verrassing dat de reparatie slechts een half uurtje zou duren. We besloten de dagomzet van de middenstand in het dorpje nog een extra kick te geven en gingen lunchen bij de enige coffeeshop in de wijde omgeving. Met volle maag en gefixte auto reden we slechts 40 minuten later weer door.
Een klein uurtje voor zonsondergang zagen we dan eindelijk ons doel: de camping in Hobas, vlak naast de canyon. Enkel nog honderd meter te gaan....en ik voelde het stuur trekken. Jawel, een lekke band! Gelukkig zag de campingbazin aan ons gesjok hoe moe we waren en stuurden direct hulp naar onze auto. Zo stonden we even later heel onfeministisch en heel ongegeneerd toe te kijken hoe twee mannen onze band aan het wisselen waren.
Wederom lagen we om 8 uur in onze tent, maar deze keer te vermoeid om ook maar over een film te praten.
De volgende dag hebben we de kapotte band laten repareren en hebben we genoten van het prachtige uitzicht over de canyon.
Nu zijn we op weg naar de grens met Zuid Afrika. Het land van de Tafelberg, Bafana Bafana, Nelson Mandela en een speciale wijnroute langs de kust. Hopelijk via goede asfaltwegen!
Zie zusterjantine.waarbenjij.nu voor meer verhalen!
De laatste loodjes wegen niet altijd zwaar
Het zit erop! Met een enigszins verdrietig gevoel heb ik in Rundu mijn huis en kantoor opgeruimd en afscheid genomen van collega's, andere VSO-ers en overige vrienden. Tegelijkertijd kijk ik ook vol spanning naar wat gaat komen. Morgen ga ik namelijk Jantine ophalen van het Hosea Kutako-vliegveld van Windhoek en gaat de reis door zuidelijk Afrika beginnen.
De laatste paar weken stonden vooral in het teken van afronden. Er was geen mogelijkheid om nog een nieuw project op te starten, maar het afsluiten van de reeds lopende zaken kostten me tijd genoeg. Ik heb alle patiënten gezien die in oktober vorig jaar geopereerd waren tijdens het oorkamp (zie een vorig verhaal). Helaas bleken tijdens deze follow up vele oren weer opnieuw geïnfecteerd of zelfs geperforeerd. Gelukkig waren de resultaten van de gehoortesten bij veel patiënten wel verbeterd, dus is het al met al toch voorzichtig een succes te noemen.
Om alle patiënten te kunnen zien ben ik onder andere naar Katima Mulilo gegaan, waar ik in Cheshire home weer zeer hartelijk werd ontvangen. De donaties van de gulle gevers natuurlijk ook, mede namens Jesse en sister Lucy heel veel dank voor jullie steun!
Bij VSO staat het delen van je kennis en vaardigheden als volunteer centraal. Om een substantieel verschil voor de lange termijn te kunnen maken wordt er met een counterpart gewerkt, die je werkzaamheden overneemt na je vertrek. Helaas had ik ondanks vele verzoeken geen counterpart toegewezen gekregen en zag ik mezelf al net zoals de vorige volunteer het departement sluiten op m'n laatste werkdag.
Gelukkig bleek mijn overtuigingskracht groter dan verwacht. Ik heb John Dishara, de medical rehabilitation worker (een soort algemeen paramedicus), weten over te halen om in ieder geval de gehoortesten over te nemen. Hij heeft tijdens zijn opleiding geleerd te audiometreren, maar in Rundu heeft hij zich met name gericht op fysiotherapie. Van eerste hulp bij oorontstekingen en hoortoestelaanpassingen wilt hij niets weten, maar ik heb hem in ieder geval uitgelegd hoe de nieuwe audiometer werkt en van mijn kantoor de zijne gemaakt. Patiënten kunnen dus nog steeds naar Rundu hospital komen voor een gehoortest en daar ben ik heel erg blij mee.
Verder heb ik verschillende keren een workshop over oren/oorontstekingen/gehoorproblemen gegeven aan verplegers, studenten en doktoren, dus ik kan wel zeggen dat iets van mij achterblijft.
Ook op andere terreinen kan je aan sharing skills doen... ik heb mijn buurjongen geleerd zijn fietsband te plakken en heb hem ter stimulans mijn pomp en bandenplakset gegeven. Wie weet schuilt er nog een groot fietsenmaker in hem.
Vorig weekend was er nog een Global Education weekend van VSO. Een perfecte gelegenheid voor mij om nog afscheid te kunnen nemen van andere volunteers. De goede timing van dit weekend was niet geheel toevallig, aangezien ik zelf in de commissie zat die het organiseerde.
We zijn naar Swakopmund geweest, een kustplaats vlakbij de uranium mijnen. Ze vormen een belangrijke bron van inkomsten voor Namibië en daarmee een interessante plek om te bezoeken.
Afgelopen zondag ben ik vertrokken uit Rundu, waardoor ik nu officieel werk- en huisloos ben. Uitgeschreven uit Nederland en ik heb geen woning of werk meer in Namibië. Dus ik ben nu fulltime toerist! Daarom heb ik op weg naar Windhoek een detour gemaakt langs de 80.000 jaar oude Hoba-meteoriet vlakbij Grootfontein. De terugweg was een grotere belevenis dan het bekijken van die grote steen zelf. Ik reed namelijk over een zandweg, terwijl de regen werkelijk met bakken uit de hemel kwam en ik op het puntje van mijn stoel zat om zoveel mogelijk kuilen en gaten in de weg te ontwijken. Mijn auto is dan wel voorzien van alles wat nodig is bij een lekke band, maar ik zag het totaal niet zitten om dat nou al tijdens de eerste rit te moeten gebruiken. Tot mijn opluchting bereikte ik zonder problemen weer het asfalt (en uiteraard hield het toen op met regenen).
Zojuist heb ik een afsluitend gesprek gehad met mijn program manager van VSO. Het Rundu-avontuur is daarmee afgesloten, maar natuurlijk ga ik door met mijn weblog.
Het verhaal is nog niet af!
Terug van weggeweest
Volgens mij weet elke trouwe lezer van deze weblog wel waarom het zo lang stil is geweest van mijn kant. Wegens het plotselinge overlijden van Toiny, mijn moeder, moest ik begin november terug naar Nederland. Aangezien ik toch de reis naar winters Nederland ging maken, heb ik besloten om er een tijdje te blijven en de feestdagen met familie en vrienden door te brengen.
Begin januari heb ik het vliegtuig terug naar Windhoek genomen na een zeer koude, maar toch ook heel warme periode van vele treinreizen voor leuke bezoekjes her en der, goede gesprekken, mooie wandelingen door de sneeuw en heerlijke diners. Aan mijn tijd in Nederland (en tijdens oud en nieuw in Frankrijk) heb ik zeer dierbare herinneringen overgehouden. Veel dank aan een ieder die daarvoor heeft gezorgd!
Na een lange vlucht naast een saaie Duitser gaf ik vermoeid mijn paspoort aan de douanier :
'Morning'
'Goodmorning, how are you?' oja...zo gaat dat hier...
'I'm fine, how are you?'
'Fine, thank you!'
De vrouw had al snel mijn work permit in mijn paspoort gevonden en zag dat ik ‘Rundu hospital nurse home' als woonplaats had ingevuld op het formulier.
'Ah, you are a doctor!' blank en werkend in een ziekenhuis, dan is dat de enige optie.
'No, I'm not'
Haar wenkbrauwen gingen iets omhoog: 'Are you a nurse?!'
'No, I'm an audiologist'
Haar wenkbrauwen gingen verder omhoog en sprakeloos gaf ze met een ferme klap de entree-stempel in mijn paspoort. Home sweet home!
In Windhoek ben ik een paar dagen gebleven om te acclimatiseren en om een aantal zaken te bespreken met VSO. Het voelde al snel vertrouwd en warm aan. Figuurlijk én letterlijk, het is hier nu zomer en het is heerlijk om weer in een t-shirt en op slippers in de zon te lopen!
Na vier nachten logeren bij andere volunteers kon ik met Nicky, de country director van VSO, mee rijden naar het noorden. De weg Windhoek - Rundu heb ik al vaak gereden, maar nog nooit was die zo mooi; dankzij het regenseizoen is alles prachtig groen!
Door de vele en soms heftige buien valt de temperatuur in Rundu erg mee, het is echt niet zo heet als ik had gedacht.
De volgende dag ben ik direct naar het ziekenhuis gegaan en werd ik zeer welkom ontvangen door collega's. De meesten wisten waarom ik naar Nederland was gegaan en gaven mij een dikke knuffel. De dropjes die ik had meegenomen en de pepernoten die Toiny mij nog had toegestuurd vielen zeer in de smaak en binnen no time voelde het alsof ik slechts een lang weekend was weggeweest in plaats van twee maanden.
Helaas heb ik in mijn afwezigheid de afdeling moeten sluiten, omdat niemand mijn werk kan overnemen. Daardoor was de patiëntenstroom gestopt en moest ik een bericht naar de radio sturen zodat de hele Kavango regio weet dat het audiology department weer open is.
Mijn contract loopt tot maart dit jaar. Net op het moment dat ik erover dacht om te gaan verlengen, besloot VSO Namibia om het disability-programma, waar mijn werk onder valt, te sluiten. Dit moest wel gebeuren, omdat de financiële crisis tot de ontwikkelingssamenwerking is doorgedrongen en VSO voortaan minder subsidie krijgt. Ik zal dus al gauw weer afscheid moeten nemen van iedereen hier.
De plannen voor erna liggen al klaar! Begin maart komt Jantine, een oud-huisgenote, naar Windhoek en gaan we samen in mijn auto door zuidelijk Afrika reizen. Hoewel ik het heel jammer vind dat ik nog maar zes weken in Rundu woon en werk, heb ik enorm veel zin om met haar rond te trekken!
Tot die tijd.....tja, alles gaat hier een stuk trager, dus ik zal geen nieuwe projecten meer van de grond krijgen. Ik zal alle patiënten van het oorkamp dat in oktober plaatsvond nog een keer zien. Ook hoop ik de medical rehabilitation worker, de enige in het ziekenhuis die kan audiometreren, de nieuwe audiometer uit te leggen én zover te krijgen dat hij die ook wil gaan gebruiken na mijn vertrek.
Begin februari ga ik naar Cheshire home in Katima Mulilo om oorkamp-patiënten en anderen te zien. Ik heb over dit huis voor gehandicapte kinderen geschreven in een eerder stuk ‘een steentje bijdragen'. Het zal de laatste keer zijn dat ik daar kom, dus mocht er nog iemand een donatie willen doen, doe dat dan gauw!
Na regen komt zonneschijn
Sinds 2003 komen bijna elk jaar twee Duitse KNO-artsen naar Namibië om ongeveer 50 patiënten, voornamelijk kinderen, aan hun oor te opereren. Meestal gaan ze naar Oshakati, omdat daar een van de weinige Namibische KNO-artsen in opleiding werkt en zo getraind kan worden. In 2008, toen Laura in Rundu volunteer was, hebben ze patiënten in Rundu geholpen.
Net op het moment dat ik in een werkdip zat, omdat ik erg het gevoel had dat ik service zat te verlenen oftewel patiënten zien, in plaats van mensen op te leiden en écht wat te doen, werd ik gebeld door Heide. Zij is de directrice van CLaSH, een organisatie voor kinderen met taal- spraak- en hoorproblemen en de motor achter het oorkamp ‘Omakutsi' (‘oor' in Oshiwambo, een van de vele talen van Namibië). Ze vroeg of ik er iets voor voelde om dit jaar het oorkamp in Rundu te organiseren. Maar natuurlijk!
Dr.Yuri was ook snel overgehaald, aangezien de kosten van het geheel voornamelijk vallen op de rekening van CLaSH.
In de afgelopen zeven maanden heb ik veel, heel veel mensen gezien met middenoorproblemen. Het gevolg van gebrek aan hygiëne en gebrek aan kennis over het oor. Mensen wassen zich in het vuile water van de Kavango rivier en gebruiken kippenveren, stokjes en lucifers om hun oren schoon te houden, wat vaak juist infecties veroorzaakt en/of deze in stand houdt. Vaak leidt dit tot een perforatie van het trommelvlies.
Geld voor een verzekering is er niet, dus een operatie in een privéziekenhuis is niet mogelijk. Er zijn maar twee staatsziekenhuizen met een KNO-afdeling: in Oshakati en in Windhoek.
In Oshakati zijn momenteel niet de juiste instrumenten aanwezig voor een tympanoplatiek, de operatie waarbij het gat gedicht wordt. Alle patiënten worden dus naar Windhoek gestuurd, maar als mensen al op de lijst komen voor het vervoer naar de hoofdstad, komen ze vaak terug met een zoveelste antibioticakuurtje. Kortom, de Duitse doctoren waren zeer welkom!
Het was een zeer drukke hectische periode van voorbereiding, oorkamp en nazorg, maar vooral ook ontzettend leerzaam en leuk. De Duitse doktoren, Jürgen en Götz, kwamen op een zaterdag aan in Rundu per vliegtuig en de volgende dag arriveerde Ailly, de KNO-arts uit Oshakati. Het contact met hen was heel goed, ze waren zeer vriendelijk en relaxed. Ik mocht meekijken tijdens de operaties en dan legden ze me van alles uit. Echt superinteressant om het oor eens echt van binnen te bekijken.
Na de operaties was het tijd voor ontspanning en bespraken we de dag onder het genot van een hapje en een drankje in hun lodge.
Ze waren hier een week lang en het doel was om elke dag 10 patiënten te behandelen, maar dat is helaas niet gelukt. De wisseling tussen operaties door ging in Afrikaans tempo en bovendien waren er veel patiënten niet op komen dagen, wat ik een enorme teleurstellend vond; hebben de mensen de vrijwel unieke kans om te worden geholpen, blijven ze weg! Een vader vertelde me dat hij niet wilde dat zijn dochter een week school zou missen en ik kon hem jammer genoeg niet van dit ‘korte-termijn-denken' afhelpen.
In totaal hebben we 38 patiënten geopereerd en tijdens de week van nazorg bleek dat er slechts bij één jongen een nieuwe infectie was ontstaan. Erg jammer, maar volgens Jürgen en Götz is het een goede score tot nu toe.
Over twee weken komt de privé-KNO-arts uit Windhoek die de pre-operatieve check up bij alle patiënten heeft gedaan weer naar Rundu, samen met Ailly. Dan zullen de oren worden gecontroleerd en schoongemaakt. Een paar weken later zal ik bij iedereen weer het gehoor testen en is het eindresultaat bekend. Ik ben erg benieuwd!
Nog meer 'zon achter de wolken'-nieuws: het contact met Paul, m'n Oegandese huisgenoot, was in de loop der tijd op een of andere manier wat minder geworden. We hadden geen ruzie, maar het was niet zo gezellig meer en ik voelde me steeds minder thuis in eigen huis.
Ik had bij het ziekenhuis aangegeven dat ik graag wilde verhuizen naar een woning op het ziekenhuisterrein. Vlak na het oorkamp was het zover: er was een huis vrij! Al helemaal aan het tempo hier gewend, was ik zeer blij verrast toen bleek dat de hoogstnodige meubels die ik nog niet had (lees: koelkast en bank) supersnel geregeld waren en ik zowaar dezelfde middag transport had om te verhuizen. Het is een klein studiootje, maar het voelt als een paleis: alles voor mijzelf! Ik heb nog geen fornuis, maar dat komt nog wel. Het is toch te warm om te koken, want ook in de meest letterlijke betekenis schijnt de zon: het wordt zomer in Namibië.
Het is (nog?) goed vol te houden, maar ik ben wel erg blij dat ik nu niet meer naar mijn werk hoef te fietsen!
Een steentje bijdragen 1
In het afgelopen half jaar ben ik zo nu en dan organisaties tegengekomen, die zeer goed en blijvend werk doen voor Namibië. Instellingen waarvan ik zeker weet dat er geen geld in de handen van corrupte managers blijft hangen, maar waar elke cent uitgegeven wordt ten bate van het goede doel. Via mijn weblog wil ik graag een paar projecten onder jullie aandacht brengen.
Deel 1: Cheshire home in Katima Mulilo
Cheshire home Namibia is een organisatie van tehuizen voor kinderen met een fysieke handicap, opgericht door de Leonard Cheshire International Foundation. Deze Engelse stichting heeft 250 huizen in 55 verschillende landen en hanteert de volgende drie doelen voor de kinderen:
- Zorg op medisch, sociaal en onderwijskundig gebied
- Integratie in reguliere scholen en in de maatschappij
- Ondersteuning van de omgeving (familie en gemeenschap)
In het huis in Katima Mulilo, een van de drie in Namibië, wonen 30 kinderen van 6 tot 22 jaar. Het wordt gerund door een aantal nonnen van het naastgelegen klooster ‘The sisters of the sacred name of Jesus'. De kinderen hebben een fysieke handicap, die aangeboren is of een gevolg van ziekte of ongeval. Ze gaan allemaal naar de reguliere basis- of middelbare school die vlak in de buurt liggen en krijgen fysiotherapie van Jesse, een Nederlandse VSO-volunteer. Samen met de zusters die in Cheshire home werken, regelt zij bezoeken aan en van specialisten wanneer dit nodig is. Eens in de drie maanden komen er bijvoorbeeld orthopedische therapeuten van Rundu ziekenhuis naar Katima, om de kinderen te voorzien van protheses, speciaal aangemeten individuele schoenen of braces.
Wanneer een kind zodanig is gerevalideerd dat het vanuit huis naar de school in de gemeenschap kan gaan, gaat hij of zij terug naar huis om plek te maken voor iemand anders.
Buiten de zorg voor de kinderen in het tehuis, worden er vanuit Cheshire home workshops georganiseerd bijvoorbeeld voor moeders om ze te leren om te gaan met de handicap van hun kinderen.
Ook gaat Jesse twee keer per week op pad met de rehabilitation instructor van het ziekenhuis en een collega die verpleegster is, langs de scholen in de Caprivi om advies te geven voor kinderen met een fysieke handicap en om het gehoor van de leerlingen uit groep 1 te screenen. Tijdens mijn bezoeken zie ik de kinderen die opvielen tijdens deze screening. Van degenen, die ondanks gezonde oren toch een hoorprobleem hebben maak ik oorafdrukken, zodat ze hoortoestellen kunnen krijgen.
Cheshire home krijgt wat inkomen door het guesthouse dat naast het tehuis ligt, maar is vooral afhankelijk van donaties. De zusters en Jesse kunnen zeker een steuntje in de rug gebruiken, financieel of materieel. Als je graag een donatie wil doen, kan je deze storten op mijn Nederlandse rekening: 47 31 25 447 onder vermelding van ‘Cheshire home'. Zo heb je geen transferkosten naar een buitenlandse rekening. Uiteraard zal ik ervoor zorgen dat het hele bedrag (tegen een gunstige koers) naar Cheshire home gaat. Je kan aangeven waar het bedrag voor moet worden gebruikt (bijvoorbeeld outreach audiologie J)
Mocht je een mogelijkheid weten om ze anders te steunen, bijvoorbeeld met rolstoelen voor kinderen, hoortoestellen of kinderkleding, mail me dan!
Het postadres is:
Cheshire home
PO Box 2644
Ngweze, Katima Mulilo