Oost west thuis best?
Het zit erop! Na 4 maanden en een week, 17.00 kilometer en 9 landen nemen Jantine en ik morgen samen het vliegtuig naar huis. De laatste anderhalve week hebben we met name in Rundu doorgebracht en
konden we weer wennen aan elke ochtend wakker worden op dezelfde plek.
Rundu bleek ook de juiste plaats te zijn om Superdave te verkopen. Na al mijn kennissen en vrienden op de hoogte te hebben gebracht van het aanbod, hebben we het centrum versierd met advertenties.
Met succes! Het kostte behoorlijk wat tijd en moeite om het geld van zijn rekening te krijgen, maar na een paar dagen heb ik de sleutels aan Walter mogen overhandigen.
De laatste tijd wordt ons vaak gevraagd wat nou het mooiste was dat we hadden gezien of welk land favoriet is. Een antwoord hierop heb ik niet. Elk land is zó verschillend, met eigen uitdagingen en hoogtepunten.
Namibië is mooi, bekend en redelijk makkelijk reisbaar. In Zuid Afrika viel ons de diversiteit in de landschappen op. Hier was het wat luxer reizen. Er waren veel hostels met goede faciliteiten, de
koffie die bij tankstations werd verkocht was daadwerkelijk koffie te noemen en als er geen baby-Dutch (het Afrikaans) werd gesproken, begreep men ons in het Engels.
Mozambique, vroeger een kolonie van Portugal, was daarentegen een uitdaging. Niet alleen qua taal, maar ook met de wegen moesten we onze aandacht erbij houden. De prachtige stranden en het fijne
warme weer maakten dat helemaal waard. Dit laatste vonden we ook in Malawi. Het zwemmen en snorkelen in het meer was de absolute topper. De uitdaging lag in het vinden van benzine en werkende
pinautomaten en het karige assortiment in de supermarkten.
Van te voren hadden we gedacht in een paar dagen door Zambia te crossen. We verwachten dat dit land niet zo heel veel te bieden had, behalve de beroemde Victoria watervallen. Het tegendeel bleek
waar en gelukkig hadden we tijd genoeg om meer van dit prachtige land te zien.
Botswana was voor mij ook een verrassing. Natuurlijk had ik van tevoren over de Okavango Delta gelezen, maar toch stond ik er echt van te kijken hoe mooi het was.
Toen kwamen we weer terug in Namibië. Oud, vertrouwd én koud. Het is nu winter in Afrika en dat is zeker te merken. Lopen we overdag nog rond in een t-shirt, slaap ik 's nachts in twee slaapzakken
met een deken erover. Ik ben zeer blij dat we niet hoeven te kamperen, maar in een gewoon bed in Saskia's huis mogen logeren.
Als ik nadenk over de verschillende landen die we hebben gezien, met elk hun eigen gewoonten, natuurgebieden en traditionele gerechten, kan ik één gemene deler noemen: vrouwen. Mooie, krachtige vrouwen.
Vrouwen die hun kind kilometers lang op hun rug dragen. Oude vrouwen die geen woord engels spreken en hardnekkig in hun eigen taal tegen en over blanken blijven ratelen. Een jonge vrouw die tijdens
een gehoortest ineens een borst ontbloot en deze aan haar kind geeft om het stil te houden. Vrouwen die gezellig de laatste roddels doornemen terwijl ze elkaars haar doen. Moeders die in het
hartverscheurend huilen wanneer hun kind in het ziekenhuis is overleden, maar na de begrafenis hun tranen drogen en doorgaan, want ‘that's life'.
Een lerares wiens ogen gaan strà len wanneer ze merkt dat het apparaat in haar oor er echt voor zorgt dat ze beter hoort. Verkoopsters die stug voet bij stuk houden als een mzungu (blanke)
probeert af te dingen. Jonge meisjes die geen kind meer mogen zijn en met enorme bakken water op hun hoofd langs de weg lopen. Vrouwen die zingend in een bakkie de overledene naar de begraafplaats
begeleiden. Een vriendin die zonder pardon haar man uit huis zet omdat zijn alcoholgebruik haar te gortig wordt. Vrouwen in de meest kleurrijke shitenge's. Oude vrouwen die zonder vragen of klagen
de zorg voor hun kleinkinderen overnemen zodra de ouders zijn overleden. Een meisje dat met haar ogen dicht en het puntje van haar tong in opperste concentratie een gehoortest doet. Vrouwen met de
meest aanstekelijke schaterlach. Een leeftijdsgenoot die haar blindheid veroorzaakt door een fout van een dokter volledig accepteert en haar leven aanpast. Vrouwen die complimenteus zijn als ze
zeggen:'you turned fat!'. Vrouwen die de dag na de bevalling alweer de lange weg terug naar huis lopen. Een oude vrouw die met glimmende pretoogjes duidelijk maakt dat ze de adviezen over
oorhygiëne wel begrijpt, maar ze thuis gekomen volledig in de wind zal slaan. Vrouwen die elke dag van zonsopgang tot zonsondergang op straat vetkoek, snoepjes en bananen verkopen. Meisjes die op
schrikbarend jonge leeftijd al ritmisch met hun heupen kunnen dansen. Vrouwen die elke week van kapsel lijken te veranderen en daardoor totaal niet te herkennen zijn aan hun haar. Prachtige, sterke
vrouwen!
Het is nog onduidelijk wat ongetekende vrouw precies gaat doen na thuiskomst. Me inschrijven bij de gemeente. Een baan zoeken. Een huis zoeken. Tante worden. Genoeg te doen dus! Eerst maar es op vakantie met vader en zus, wandelen in de Franse bergen. Of nee, eerst een feestje op 9 juli bij m'n oude woongroep. Ik hoop je daar te zien!
PS de teller voor het Ice Cream cafe (zie vorig stukje) staat op € 360,- Donaties op rekening 47.31.25.447 zijn nog steeds zeer welkom, want de nieuwe oven van € 650,- is nog niet bij elkaar verzameld!
Een steentje bijdragen 2
In Katima Mulilo zijn we heel hartelijk ontvangen door Jesse en Imms. Het was hartstikke leuk om ze weer te zien en om alle VSO-nieuwtjes en -roddels van Jesse te horen. Na een kort bezoek gingen we naar het voor mij laatste nog onbekende land, Botswana. Hier hebben we het Chobe national park bezocht en een tour gedaan door de schitterende Okavango Delta. Van tevoren zaten we al te dubben wat voor een soort tour door dit watergebied we zouden boeken. Zouden we voor de luxueuze lodge of voor de selfcatered bushcamp-versie gaan? Het hostel in Maun organiseerde de perfecte middenweg. De sanitaire voorzieningen waren behoorlijk basic, maar er werd heerlijk voor ons gekookt en we hoefden niet voor een tent en dergelijke te zorgen.
Nu zitten we in het welbekende Rundu. Ik vind het heerlijk om iedereen weer te zien en te spreken, door ‘mijn' stadje te lopen én om met oude bekenden mijn verjaardag te vieren tijdens een dinertje. Vandaag ben ik net als vorig jaar verrast door de vele felicitaties via mail of facebook: hartstikke bedankt!
Bij deze wil ik iedereen die mijn weblog leest en weet waar ik voor vertrek naar Namibië heb gewoond uitnodigen. Jantine en ik geven daar op zaterdag 9 juli een welcome home/happy birthday feestje. Mocht je het adres niet meer weten, mail me dan even.
We logeren momenteel bij Saskia, een VSO-vriendin. Zij is druk bezig met een bepaald project, dat ik hier graag in de spotlight wil zetten.
In Windhoek gaan VSO-volunteers regelmatig koffie drinken bij Paul's coffeeshop, een café waar enkel mensen met een handicap werken. Saskia zit met een aantal mensen uit Rundu in de organisatie om een soortgelijk lunchroom in Rundu op te zetten: het Ice Cream cafe. Zij gaan echter nog een stap verder. Het project wordt in zijn geheel door locals met een handicap gerund en de winsten zijn geheel voor de gemeenschap. Naast deze financiële ondersteuning vormt empowerment van de mensen met een handicap een doel van dit project.
De plek waar de lunchroom zal moeten komen is al gekozen, het wachten is nu op de toestemming van de gemeente. Ondertussen zit men hier niet op z'n luie gat, maar zijn de mensen van het Ice Cream cafe druk bezig met het werven van fondsen en donaties. Drie keer per maand komt een groep samen om bij Saskia muffins, koekjes en andere lekkernijen te bakken. De volgende dag, vlak na pay-day, gaan ze bij verschillende kantoren en regionale ministeries langs om ze te verkopen. Dit op zich werkt al als eye-opener voor mensen en als oppepper in het zelfvertrouwen van de mensen met een handicap. Saskia vertelde me dat na de eerste verkoopdag één van hen als reactie gaf: ‘mensen behandelden mij als een gewoon persoon!' Dat spiegelt goed de algemene houding ten opzichte van een handicap.
Jantine en ik kwamen precies op het goede moment in Rundu en gaan vanmiddag helpen tijdens een bakmiddag. Foto's daarvan komen uiteraard nog
.Het is zeer onwaarschijnlijk, maar mochten de mondelinge toezeggingen van gemeenteraadsleden nou ijle lucht blijken en het café er zelf niet komen, zal dit onderdeel van het project worden uitgebreid. Tot nu toe wordt Saskia's keuken gebruikt, maar daar is het struikelen over de krukken. Het team is al op zoek naar een andere locatie om te huren.
Ook zijn er al een aantal speciale keukenbenodigdheden besteld, zoals een pratende keukenweegschaal voor de blinde mensen. Hoog op de verlanglijst staat een professionele oven, die meer en beter kan bakken dan Saskia's elektrisch fornuis. Het kost 6500 dollar, omgerekend ongeveer 650 euro en ik hoop dit bedrag bij elkaar te verzamelen met jouw hulp! Na de 1-april grap van Jantine en mij heeft Eef de eerste 50 euro al ingelegd, dus een begin is gemaakt. Je kan je donatie storten op mijn rekening, 47.31.25.447 dan zorg ik dat het de plaats van bestemming bereikt.
Ook namens Saskia en alle andere mensen van het Ice Cream Café alvast hartstikke bedankt voor je hulp! Mocht je op de hoogte willen blijven van verder ontwikkelingen door middel van een nieuwsbrief via email, laat het me weten.
Overigens heb ik van Jesse een verslag gekregen over de besteding van de donaties van de vorige keer. Ik zal deze na thuiskomst naar de juiste mensen toesturen!
Ongeluk zit in een klein hoekje
In gesprek met anderen krijgen we vaak de vraag of het niet gevaarlijk is om met zijn tweeën door zuidelijk Afrika te touren met een auto. Soms bedoelt onze gesprekspartner dan eigenlijk: is het niet gevaarlijk voor twee vrouwen? Deze vraag kunnen wij nog altijd ontkennend beantwoorden. Wij hebben ons nog geen moment onveilig gevoeld.
De auto-inbraak was erg vervelend, maar dat had bij mijn weten niets met ons geslacht te maken. Daarbij lagen wij rustig op één oor toen het ruitje werd ingetikt.
Zolang wij niet in het donker op straat lopen of rijden, niet wild kamperen en niet te naïef reageren op de omgeving, kunnen we vaak juist profiteren van het feit dat we dames zijn.
Met name in Mozambique en Malawi kwamen we onderweg veel politiestops tegen. Een spel waarvan we de spelregels steeds beter leerden beheersen. Na zeer vriendelijk groeten, lachen en (indien we een man treffen) flink met de wimpers wapperen, overhandigen we poeslief ons rijbewijs. Vervolgens proberen we de aandacht ergens anders op te leggen. Rijden we wel de goede weg? Wat heeft mevrouw een mooie pet op! Waar woont meneer de agent zelf in dit schitterende land? Negen van de tien keer werkt het, vraagt de agent alleen nog naar onze burgerlijke staat en mogen we door rijden.
Een enkele keer worden we gestopt door een onderbetaalde agent die nog het schoolgeld van zijn kind moet betalen en worden de papieren en de auto streng gecontroleerd. Het auto-importformulier, road tax, verzekering, ruitenwisservloeistof, gevarendriehoek (3 stuks), ja meneer wij hebben overal aan gedacht! Helaas merkte een agent in Malawi op dat we reflecterende stickers achter missen. Ondanks dat we wel reflectoren hebben die naar ons idee het werk goed genoeg doen, was de man niet van gedachten te veranderen. Dit lukte zelfs niet toen we de volunteer-kaart speelden: we kregen een boete van zeven euro vijftig.
In Mozambique kwamen we er ook niet onderuit. Volgens de uiterst chagrijnige politieman gaf het bord van overstekende schoolkinderen écht aan dat we maar 50 kilometer per uur mochten rijden en werden we beboet voor te snel rijden.
De vraag of we reizen door Afrika niet gevaarlijk vinden, kan ook slaan op het wegennet en weggebruik. Na de mooie strakke asfaltwegen van Zuid Afrika komen we in de andere landen regelmatig gaten in de weg tegen. Uiteraard net op het moment dat je even iets minder geconcentreerd op de weg let, maakt een pothole je weer helemaal wakker.
Helemaal zonder autoproblemen door Afrika reizen is volgens mij onmogelijk, maar wij hebben nooit hulpeloos met pech in the middle of nowhere vast gestaan. Inmiddels hebben we vier lekke banden gehad en elke keer hebben we weer het voordeel van vrouw-zijn ontdekt.
We zijn beladen met de juiste instrumenten, maar we hebben ze nog nooit mogen aanraken.
Er zijn immers altijd wel één, twee of zelfs drie heren die dames in nood ongevraagd komen helpen. In zo'n geval zijn wij uiteraard oost-indisch feministisch en kijken heel rustig toe.
Een ander gevaar schuilt in de overige weggebruikers. Mensen lopen langs de weg, fietsen zijn beladen met buizen van drie meter breed en geiten, koeien, honden en kippen rennen over de weg. Een suïcidale hond was ons te snel af en een kameleon zagen we over het oog, maar verder is het ons elke keer gelukt om dieren te ontwijken.
Andere automobilisten maken het ons soms ook lastig. Er wordt in heel zuidelijk Afrika links gereden. Wanneer je achter een langzamer voertuig rijdt, geeft deze in Namibië vaak met één of twee keer knipperen met het rechterachterlicht aan dat er ruimte is om hem in te halen. Voor ongeduldige rijders betekent het linkerlicht dat je nog even moet wachten vanwege tegemoetkomend verkeer. In Zuid Afrika kennen ze dit vriendelijke gebaar niet en moet je het zelf maar uitzoeken. Tot mijn grote schrik zijn de signalen in andere landen juist andersom: het rechterlicht wil zeggen dat er wat aan komt, terwijl een knipperend linkerlicht betekent dat de bestuurder zelf op de linkerbaan blijft en dat je hem kan inhalen.
Eenmaal heb ik in Malawi de signalen op z'n Namibisch geïnterpreteerd en kon gelukkig nog net tussen een grote vrachtwagen en combi door glippen.
Helaas zien we bijna dagelijks dat niet iedereen een goede rijdag heeft. Regelmatig komen we wrakken van auto's en ov-busjes tegen, waarvan de vermoeide en wellicht beschonken bestuurder tijdens de lange rit in het donker de macht over het stuur heeft verloren.
Laatst zagen we voor de tweede maal een lange vrachtwagen op zijn zijkant dwars over de weg liggen. Deze keer leek het alsof de chauffeur er veilig uit was geklommen, maar de vorige keer lag de bestuurder vanaf zijn middel klem in zijn cabine. Hij was nog bij bewustzijn, maar zweette enorm. Er was duidelijk sprake van ernstig letsel. Vele mensen hadden zich al om de truck verzameld en probeerden hem eruit te krijgen. We konden helemaal niets doen en zagen dat er benzine lekte uit de vrachtwagen. Voorzichtig zijn we er langs gereden en na enig aarzelen zijn we vol schaamte toch doorgaan. We bleven nog lang onder de indruk van wat we hadden gezien. Later hoorden we overigens dat de chauffeur was bevrijd uit de cabine. Rest enkel nog de vraag of hij een ziekenhuis of kliniek levend heeft bereikt.
Onze weg gaat verder. Gisteren hebben we een van onze gulden regels overschreden en zijn we in het donker naar de Victoria watervallen gereden. De regenboog bij volle maanlicht was dat zeker waard, een prachtig fenomeen.
Vandaag gaan we weer verder en steken we de Namibische grens over om in Katima Mulilo een vriendin van mij te bezoeken. Terug op bekend terrein!
Beestenbende
Echt Afrikaans afzien was het niet, maar Jantine en ik hebben toch redelijk wat zaken moeten missen in Malawi. We konden nergens yoghurt, muesli of bruin brood vinden, de was moest met de hand worden gedaan en de internetverbinding was heel slecht als we die al konden krijgen.
In de hoofdstad Lilongwe waanden we ons volledig in het paradijs toen we door de Shoprite liepen (de Zuid-Afrikaanse Albert Heijn) en in het hostel draadloos zaten te internetten, terwijl de wasmachine op volle toeren draaide. Heerlijk om al die luxe weer tot onze beschikking te hebben!
Na zo'n drie weken hebben we afscheid genomen van Malawi. Het mooie land van enorme avocado's, het schitterende meer, Kuche kuche-bier en zeer vriendelijke mensen. Na al die tijd wisten we nog steeds niet hoe we de inwoner moesten noemen. Malwiaan? Malawoos? Malawinees? Malawier?
In eerste instantie waren we van plan om niet veel van Zambia, het zevende land van onze reis, te zien. We wilden in een paar dagen naar de Victoria watervallen rijden en dan de grens over naar Botswana. Aldus de planning.
Van andere reizigers hoorden we echter steeds meer en steeds mooiere verhalen over de bezienswaardigheden. Daarbij hadden we nog een aantal dagen over. We wilden namelijk graag pas tijdens volle maan bij de watervallen zijn, want dan krijg je een schijnbaar magnifieke regenboog in het maanlicht. Daarom besloten we om toch naar South Luangwa national park te gaan, wat achteraf een zeer goede beslissing bleek te zijn. Een schitterend park!
Samen met Nicola en Ilva, twee Duitse meisjes die we tijdens het couchsurfen hadden ontmoet, zijn we ernaartoe gereden. De lodge waar we kampeerden lag vlakbij de ingang van het park. De vrouw die ons rondleidde vertelde dat er soms dieren over het terrein liepen, aangezien het park niet omheind was. Daarom mocht je in het donker ook niet in je eentje over het terrein lopen, maar waren er zogeheten nightmen die je met een zaklantaarn begeleiden. Aanvankelijk moest ik hier een beetje om lachen: wat als ik 's nachts naar de wc moest gaan? Bloedserieus keek de vrouw me aan en legde uit dat ik dan bij de ingang van mijn tent met een zaklamp moest knipperen. Iemand zou daar op af komen en mij naar de wc brengen. Een beetje beduusd liepen we door naar het kampeerveld, waar we een aantal olifanten zagen rondlopen. Ik besloot direct om de komende avonden maar weinig te drinken om mezelf die tocht naar de wc te besparen.
Tijdens een night drive door het park kwamen we bij een aantal auto's dat een leeuwin had gespot. Ze lag rechtop in het gras en bekeek een groepje impala's dat verderop voorzichtig aan het grazen was. Toen zij niet bleek aan te vallen, hielden de andere wagens het voor gezien en reden verder. Onze gids besloot de auto echter nog iets dichterbij te parkeren en zette vervolgens de motor uit. Daar zaten we dan, onder een heldere sterrenhemel op een afstand van zo'n zeven meter te luisteren naar een brullende leeuwin .....magisch!
De volgende ochtend werden Jantine en ik wakker van luid krakende takken en een blazend geluid. Voorzichtig keken we uit onze tent en zagen een olifantje de tent naast ons heen en weer schudden door een flinke zwaai met zijn slurf. Gelukkig voor de mensen die er nog in lagen, was het niet interessant genoeg en besloot de kleine zijn moeder te achtervolgen die de deur van de algemene keuken uit zijn voegen trok.
Na drie droge nachten reden we terug naar Chipata, waar we weer van harte welkom waren bij onze couchsurfhost Richard. De volgende dag gingen Nicola en Ilva naar Lilongwe en reden wij in tegenovergestelde richting naar Lusaka, de Zambiaanse hoofdstad. Hier is het weer genieten van koffie verkeerd, winkelcentra en vierbaanswegen.
Morgen vertrekken we met volgeladen auto naar Lake Kariba en dan op naar de volle maan!
Als een vis in het water
Sprak ik voorheen nog lovend over de wegen van Mozambique, ontdekte ik tijdens de laatste dag in dit land dat de horrorverhalen van andere reizigers niet geheel overdreven zijn. De zandweg naar de grens met Malawi was slechts 180 kilometer lang, maar we hebben er ruimschoots vier uur over gedaan.
Naderhand piepte, krakte en schokte de auto, ook op de mooie geasfalteerde Malawiaanse (Malawinese?) weg. Opgelucht en met klamme handjes bereikten we Blantyre, de grootste stad van het land. Daar besloten we om maar weer op zoek te gaan naar een betrouwbare automonteur. Via via kwamen we in contact met de Belgische Jurgen aan wie we uitgebreid in Nederlands de hele geschiedenis van m'n Toyotaatje konden vertellen. Tijdens wat vakkundige blikken onder de auto en in de motorkap schoten zijn wenkbrauwen steeds verder omhoog. Zijn conclusie luidde: ‘Awel, het is een waar mirakel dat jullie tot Blantyre zijn gekomen'......oi, dat de zaken er zo slecht voor stonden hadden we niet verwacht!
Gelukkig kon onze beste Vlaamse vriend een hoop mankementen repareren en Superdave weer rij-klaar maken. Hem ervoor betalen kostte ons nogal wat moeite, aangezien de pinautomaten in Malawi om onduidelijke redenen niet altijd meewerken. Het grootste biljet is ongeveer € 2,50 waard, dus na vele wandelingen naar die paar automaten die onze mastercards accepteren konden we hem een dikke stapel biljetten overhandigen.
Vanwege een public holiday moesten we vier dagen wachten op de reparatie. Gelukkig was ons eerder een leuk hostel aangeraden, waar ook locals en expats regelmatig een biertje komen drinken. In eerste instantie keken we die vrijdagavond nog verbaasd op van de kleding van sommige dames, maar al snel werd duidelijk ze zo om alle blanke mannen heen draalden. We kampeerden op de tippelzone!
Op Blantyre waren we snel uitgekeken en we waren dan ook blij dat we leuke andere reizigers tegenkwamen. Een van hen was een Deens meisje dat een stage in Malawi besloot af te sluiten met een reis door zuidelijk Afrika. Op de eerste dag van haar tocht stapte ze uit de bus en brak haar enkel. Dit verhaal snoerde ons direct de mond over onze futiele autoprobleempjes en gedrieën zijn we onder andere naar de bioscoop gegaan, een heel fijne traktatie in Afrika.
Ook hebben we een Nederlands stel ontmoet dat we, toen Superdave weer de onze was, zijn nagereisd naar Cape Mc Clear. Dit dorpje was onze eerste stop aan het meer van Malawi, waar we mooi konden snorkelen.
Het was niet de eerste keer dat we een duikbril op onze neus zetten. In Mozambique waren we in Tofo al meegegaan op een ‘ocean safari'. Enthousiast om eindelijk een duik te nemen in de veelgeprezen Mozambiquaanse zee hadden we niet zo goed naar de beschrijving van deze tour geluisterd en legden direct de benodigde Amerikaanse dollars op de toonbank. We verwachtten een relaxte middag met een rustige vaart naar een goede plek, wat uitleg over het hoe en wat van het snorkelen en tenslotte een mooie duik in de heldere zee, die ons haar schitterende flora en fauna zou tonen.
Helaas bleek deze tour slechts één doel te hebben: een whale shark en/of manta ray zien. (excuses, ik weet de juiste Nederlandse vertaling van deze vissen niet) Dit betekende dat we in een speedboot werden gestopt en met een ongelooflijke vaart gingen naar de plek die de spotter op de boot aanwees. Daar moesten we in hoog tempo flippers aantrekken, masker opzetten, in het water springen en snel-snel naar het beest zwemmen. Voor ik door had dat de grote zwarte vlek die ik in het troebele water net kon onderscheiden de whale shark was, was het dier al verdwenen in de diepte.
We moesten snel de boot weer in klauteren en vlug schoot deze naar de volgende plek waar iets gespot was. Toen Jantine vroeg hoe hard onze prooien konden zwemmen, werd ons verteld dat ze normaal gesproken heel rustig zijn. Nu voelden ze zich waarschijnlijk opgejaagd, want ze waren wel erg snel weg. Toch voerden we in topsnelheid naar een volgende plaats, waar wij het maar voor gezien hielden en op de boot bleven. Het was duidelijk geen goed begin van het snorkelavontuur.
De volgende ervaring voldeed tot mijn opluchting wel aan onze verwachtingen. In Vilankulos stapten we in een dhow (zeilboot) met één motor en voeren we rustig naar een heus bountyeiland, vanwaar we de zee in konden lopen. We zwommen langs het koraal en zagen de meest prachtige vissen en zeesterren. Na een tijdje kregen we een heerlijke lunch op het eiland en na een mooie wandeling zeilden we terug naar het vasteland.
Nog een stuk noordelijker in Mozambique, te Pemba, besloten we een guided dive te doen. Goed geïnformeerd over de precieze invulling van de ochtend, kregen we duikflessen op onze rug en namen we onder vakkundige begeleiding van een zeer relaxte Zuid-Afrikaan een duik in de mooie zee. Super om eens te doen!
Hier in Nkhata Bay, Malawi, zijn er ook veel mogelijkheden om te duiken, maar we houden het bij het snorkelen. We kunnen hier waarschijnlijk voor het laatst het water in springen. De Victoria watervallen staan ook nog zeker op het programma, maar de stroming daar is vlak na het regenseizoen ons net iets te sterk. We houden onze voeten aan land!
Weg is weg
Onze route stippelen wij telkens uit met behulp van verhalen uit de lonely planet en adviezen van andere reizigers en locals. Namibië was een makkelijk begin. De route kende ik al en de wegen waren goed. Op die ene zand-met-keienweg naar de Fish River Canyon kregen we dan wel een lekke band, maar verder verliep de reis zeer voorspoedig.
In Zuid Afrika konden we over het algemeen ook telkens goed doorrijden op mooie asfaltwegen. Af en toe werd er aan de weg gewerkt, waardoor er maar één weghelft open was. Deze werd dan omstebeurt door het komende of gaande verkeer gebruikt. Soms hadden we pech en moesten we wachten totdat het ‘stop'-bord aan onze kant door een immer zeer enthousiaste wegwerker werd omgedraaid en we het ‘go'-signaal kregen.
Vaak hadden we mazzel en gebeurde dit juist op het moment dat wij aankwamen rijden, dus erg veel vertraging heeft het ons niet opgeleverd.
Vanaf het begin af aan werden we gewaarschuwd voor de vreselijke wegen van Mozambique. Als er al asfalt zou liggen, zou dat zeker in het noorden een grote gatenkaas zijn. Superdave bleek aan het einde van de tocht in Zuid Afrika toch niet zo'n solide, betrouwbare auto als ik altijd had gedacht. In vijf dagen tijd hebben maar liefst vier verschillende monteurs ons moeten helpen, omdat hij sputterde. Een gedetailleerde uitleg van de mankementen is te lezen op de weblog van Jantine.
Hierdoor dachten we erover om Superdave ergens te stallen en om tijdelijk met het openbaar vervoer te reizen. De verhalen over het gevreesde gebied werden echter steeds positiever naarmate we er dichterbij kwamen en kwamen steeds meer van reizigers die ook daadwerkelijk over de betreffende weg hadden gereden. De economische groei van Mozambique heeft goede gevolgen gehad voor de enige asfaltweg die van zuid naar noord gaat, dus besloten we de uitdaging toch aan te gaan. Met succes! Flexibel manoeuvrerend rond de gaten in de weg hebben we duikersparadijs Pemba, het meest noordelijke punt van onze route door Mozambique, zonder problemen op de weg bereikt.
Opvallend hier zijn de vele mensen die langs de weg lopen, zitten, fietsen of brommeren. Zij geven ons een leuke afleiding tijdens onze autotochten. Zo zagen we een man eens met een (levende!) geit rond zijn middel vastgeknoopt op een brommer rijden en doen we vaak het spel: ‘raad het verkoopproduct'.
Regelmatig zien we iemand met gevaar voor eigen leven zijn koopwaar zo ver mogelijk buigend over de weg aanbieden. In plaats van dat wij kooplustig op de rem stappen en de onderhandelingen aangaan, kijken wij elkaar vaak aan: ‘wat was dat?!' Soms is het duidelijk een kip (of twee), ananas of overheerlijk gebrande cashewnoten, maar andere keren wordt het ons wat moeilijker gemaakt en moeten we gokken wat er in het plastic tasje of de fles zit.
Waar we ook slapen, in hostel, op een camping of bij een couchsurfer, overal hebben we de auto achter een hek kunnen parkeren. In Quelimane waren geen van de bovenstaande slaapplekken te vinden en moesten we wel naar een hotel gaan. Dat klinkt luxe, maar dat was het niet. Dit oud en vervallen logement kwam duidelijk niet in aanmerking voor een ster. Maar goed, het bood ons een veilig onderkomen voor de nacht. Superdave had minder geluk en moest voor het eerst een nacht buiten op straat blijven. U raadt het al, we hebben ons lesje wel geleerd. Toen we de volgende ochtend wilden vertrekken, zagen we dat een ruit was ingetikt. Gelukkig waren de vandalen zo vriendelijk geweest om het kleinste ruitje bij de achterbank te kiezen, maar jammer genoeg hadden ze het ook nodig gevonden om zomaar spullen mee te nemen. Gelukkig vooral onbelangrijke zaken waarvan ik me afvraag wat ze ermee moeten. Waarom neemt iemand een nagelvijl, doosje pepermuntjes of twee verschillende wandelschoenen mee? We missen nu allebei onze linkerschoen!
Helaas heeft het schorriemorrie ook mijn rugzak uit de achterbak getrokken, waar ik naast wat extra kleding ook nog mijn creditkaart en Nederlandse telefoon had zitten. Gelukkig waren die laatste twee met behulp van het altijd parate thuisfront snel geblokkeerd (dank pap!). Verder kan ik alleen hopen dat de dingen als mijn fleecejack, muts en kruik een goede bestemming vinden in het warme Mozambique. Ik had ze liever in Namibië achtergelaten waar de winter de naam wat meer waard is.
We hebben geprobeerd aangifte te doen bij de politie, maar al snel was duidelijk dat dit zeker een halve zo niet een hele dag zou duren. Koste wat het kost wilden we voorkomen dat we nog een nacht in deze gangsterstad moesten doorbrengen, dus eisten we m'n paspoort terug en reden we door.
Het ruitje was met behulp van een lieve couchsurfhost in Nampula vlot gerepareerd en konden we snel door naar duikersparadijs Pemba, het meest noordelijkste en daardoor warmste plaatsje in Mozambique dat we zullen bezoeken.
Vanuit hier vertrekken we morgen in de richting van Malawi. Een nieuw land, nieuwe uitdagingen. Wij zijn er klaar voor!
Wie niet waagt, wie niet wint
Via een oude rot in het reizigersvak heb ik een tijd geleden kennis gemaakt met een van de beste internetsites voor reizigers: couchsurfing.org. Hierop bieden mensen reizigers hun couch aan (of als je wat meer geluk hebt een logeerbed) om ze te helpen en om ze kennis te laten maken met hun stad en cultuur. Behalve het voordeel van een gratis overnachting biedt het de reiziger vaak een kijkje in het leven van een local. Een ontzettend leuk initiatief, die soms verrassend uitpakt.
In Amerika kwamen Sandra en ik bijvoorbeeld ooit terecht in een studentenhuis waar onze gastheren erg beteuterd keken toen bleek dat wij geen wiet bij ons hadden en daarmee niet voldeden aan hun stereotiepe beeld van Nederlanders. Of heb ik in Nieuw Zeeland heel gezellig koffie gedronken met een geëmigreerde Velpenaar, wiens huis helaas al vol zat met couchsurfers. In Stellenbosch zaten Jantine en ik al snel een beetje onwennig om ons heen te kijken in het lege huis van onze host die zelf naar een feestje was.
Vorige week pakte het beter voor ons uit. Bij Tim en Margie in Pietermaritzburg werden we door hun ontzettend hartelijk ontvangen en bijna schandelijk verwend. Het enige nadeel daarvan was dat de lat weer hoog kwam te liggen en wij vol verwachting uitkeken naar het bezoek aan Bhili in Nelspruit, een dorpje vlakbij het welbekende Krugerpark. Hij werkte als ranger en wilde couchsurfers graag rondleiden door het national park, zo schreef hij in zijn profiel. Vol spanning reden we achter hem aan richting Kruger, waar hij vlak naast woonde. Op een gegeven moment kwam hij langzaam naast ons rijden: ‘Kijk, zien jullie die olifant? Ik woon in het huis ernaast'. Onze mond viel open van verbazing toen we inderdaad een gigantische viervoeter in zijn achtertuin zagen lopen. Wauw, dit is toch te mooi om waar te zijn?! Helaas kwam even later inderdaad het bonobo-aapje uit de mouw: Bhili runde zelf ook een touringbedrijf en hoopte dat wij hem voor veel geld wilde inhuren als gids door het park. Hij gebruikte de site dus als verwerving van nieuwe klanten. Op zich is dat slim bedacht, maar naar mijn idee niet de bedoeling van het fenomeen couchsurfen. Enfin, wij hebben een eigen auto dus we gingen er niet op in, bleven maar één nacht bij hem logeren en bezochten het park met een papieren gids. Natuurlijk zouden we meer dieren met Bhili hebben kunnen zien. Met een score van vier van the big five (alleen het jachtluipaard gemist) en vele soorten bokken, zebra's en giraffen doken wij moe maar zeer tevreden 's avonds in onze tent bij een hostel.
Krugerpark was het laatste dat we in Zuid Afrika zagen. De volgende dag reden we over de grens met Mozambique. Al helemaal voorbereid op allerlei bureaucratische gedoe van vele papieren invullen en vragen beantwoorden kostte het verassend weinig moeite of tijd om een prachtig nieuw visum in ons paspoort te krijgen. Ook het formulier voor m'n autootje Superdave was met behulp van een aardige Portugees sprekende man in korte tijd ingevuld en bestempeld, dus de douaniers van Mozambique hielden de slagboom al snel voor ons omhoog.
In Maputo, de hoofdstad en onze eerste stop, hadden we weer een couchsurfadres gevonden. Onze host was deze keer Abdullah, een Turkse jongen die vanwege zijn werk naar Mozambique was verhuisd. Dit bezoek bleek weer een topper te zijn. Abdullah en zijn huisgenoten handhaafden de Turkse gastvrijheid en dus werden Jantine en ik enorm verwend; er werd heerlijk voor ons gekookt tijdens ontbijt en diner, we mochten de wasmachine gebruiken en we hoefden nog geen lepeltje af te wassen. Toen we hadden gevraagd waar we een sim-kaart voor het Mozambikaanse netwerk konden kopen, kregen we een vaag antwoord en werd er ons tien minuten later eentje overhandigd. De verbinding met Nederland is niet altijd even goed, maar ons nummer hier is: 00258 82 1442296.
Na een paar nachten trokken we verder via een eenvoudige camping in Xai Xai naar een heel gezellig hostel aan het strand van duikersparadijs Tofo. Hier merkten we weer de voordelen van contacten met andere reizigers en wisselden we vele tips en adviezen uit tijdens een gezamenlijke braai.
Sommige mensen (met name westerse reizigers) hebben het vaak over ‘the real Africa', om het verschil aan te geven tussen het rijke, luxe en redelijk makkelijk reisbare Zuid Afrika en de armere landen, waar gaten in de wegen zitten, supermarkten een beperkt assortiment hebben en niet iedereen Engels spreekt. Hoewel ik dat onderscheid wel zie, krijg ik toch altijd een beetje jeuk van deze uitspraak. Wat is er niet echt aan Zuid Afrika?
Is het niet arm genoeg? Pak een zijstraat van een grote winkelstraat en je ziet een heel ander soort winkeltjes/kraampjes. Achter de grote huizen met hun beveiligd hekwerk wonen velen gezinnen die van weinig tot niks moeten rondkomen. We hebben vele townships gezien als we een stad naderden.
Bevat Zuid Afrika teveel blanken? De boeren zitten hier nou al generaties lang en maken naar mijn idee echt onderdeel uit van de locale bevolking. Er wordt over het algemeen weinig waarde gehecht aan het feit dat (over)grootvaders en -moeders ooit in Europa zijn geboren.
Is het land te gestructureerd? De ‘African time' wordt hier zeker wel in ere gehouden en kan je gerust een half uur tot een uur op je afspraak wachten.
Uiteraard kan je na een tour van Kaapstad naar Johannesburg langs de mooie kust niet zeggen dat je ‘Afrika hebt gedaan', zoals we wel eens horen van mensen die in een paar maanden een wereldreis maken. Dat is vergelijkbaar met een pizza eten op Piazza Navona in Rome en beweren dat je Europa hebt gezien.
Toch vind ik dat Zuid Afrika in zijn veelzijdigheid echt onderdeel uitmaakt van het continent, ook al laat het een andere indruk achter dan Mozambique.
Dit land is groener en toch ook zonniger. Na de vele bewolking en af en toe een regenbui van de laatste tien dagen in Zuid Afrika is het heerlijk om weer door het zonnetje te lopen. Zeker
als ik de Nederlandse weerberichten in jullie emails lees!
De officiële taal is Portugees en ik vind het geweldig om met een combinatie van Engels, Italiaans en gebaren te communiceren. Al is het wel fijn dat onze Zimbabwaanse gastvrouw nu in Vilankulos Engels spreekt. We hebben weer een hartstikke fijn couchsurfadres gevonden!
Voor meer verhalen over de afgelopen tijd: zusterjantine.waarbenjij.nu
De goden verzoeken
Nog lang hebben we nagegniffeld over onze succesvolle 1 aprilgrap. Helaas kregen we hiervoor een flinke rekening gepresenteerd. De auto deed het prima, maar er waren een aantal kleine zaken die we voor alle zekerheid even na wilden laten kijken.
Vandaag wilden we onze auto weer ophalen en Jantines verjaardag onderweg vieren. De garage bleek echter niets te hebben gedaan, behalve een servicebeurt waar we niet om hadden gevraagd. De ‘kleine zaken' bleken namelijk ruim 19.000 rand te kosten (zo'n 2000 euro) en ze wilden er zeker van zijn dat wij daarmee akkoord gingen. Niet dus, want na een goed gesprek met een medewerker konden we onder de kosten van de ongevraagde service uitkomen en bleek dat weinig van de gevonden mankementen direct gerepareerd moesten worden. Tevens raadde deze vriendelijke man ons aan om naar een garage te gaan die niet het logo van Toyota gebruikt om rekeningen op te hogen. Kortom, de creditcard blijft in de portemonnee! Morgen laten we twee banden en schokbrekers te vervangen en gaan we weer verder. Op hoop van zegen....
De afgelopen anderhalve week hebben we weer veel gezien en gedaan, dus bereid u voor op een lang verhaal!
Na het verlaten van het sprookjesachtige Hogsback belandden we op the wild coast, een stuk kust dat zijn naam te danken heeft aan de mooie ongerepte natuur. Tot nu toe hadden we met name aandacht gehad voor flora en fauna en nu besloten we ons ook te richten op de lokale bevolking. Na de luxe en weelde van Kaapstad en de Gardenroute bereikten we nu Transkei, een armer gebied van Zuid Afrika. Eindelijk hadden we niet meer het gevoel dat we in Frankrijk vertoefden.
Tijdens een wandeling naar ‘Hole in the wall' waren er veel jongens die ons wilden gidsen. Koppig als wij zijn, sloegen we deze aanbieding telkens af. Inmiddels zo ervaren in het hiken, konden wij de weg vast zelf vinden! Uiteraard raakten we het pad op een gegeven moment toch kwijt en liepen we door de dorpjes van de Xhosa, de plaatselijke bewoners. De kinderen vonden die twee blanke zwerfsters reuze interessant, vooral toen ze ballonnen bij zich bleken te hebben. Zo liepen we met een lange stoet kids achter ons aan tot we de weg weer gevonden hadden. Het gat in de muur was wat verder dan we hadden gedacht, dus we een auto hoorden aankomen, schoten onze duimen omhoog. We kregen een lift van een heel lief Zuid-Afrikaans
echtpaar dat ons overstelpte met allerlei gevraagde en ongevraagde adviezen en ons terug naar het hostel bracht.
Onze volgende slaapplaats in Bulungula was voor 40% in handen van locals. Elke dag werd er traditioneel gekookt en verschillende tours werden georganiseerd door mensen die daadwerkelijk weten waar ze het over hebben. We verwachtten hier geen toeristisch ‘aapjes kijken' waarbij plaatselijke bevolking zich leuk aankleedt en een dansje doet, terwijl de bezoekers hun camera overdadig laten flitsen. Tijdens de village walk bleek dat we het bij het rechte eind hadden. De mensen waren druk met hun alledaagse bezigheden, groetten ons vriendelijk en gingen vervolgens door met hun activiteit. Soms konden we meedoen en aldus hebben we onder toeziend oog van een aantal giebelende vrouwen een baksteen gemaakt. Na een bezoek aan de traditional healer (die helaas niet thuis was), een kijkje in de lagere school en de buurtsuper hebben we de tocht afgesloten in de shebeen, de kroeg. Niet geheel onverwacht waren hier de meeste mensen te vinden, die alleen Xhosa spraken. Met behulp van onze gids en een verfemmer gevuld met 5 liter zelfgebrouwen bier hebben we toch enigszins kennis kunnen maken. Jantine en ik namen zeer bescheiden een klein slokje van deze ranzige, zure drank. Anderen genoten er zichtbaar meer van.
De tour ging door naar Durban, een stad met vele Indische invloeden. Het plan was om hier de beroemde bunny chow te eten (curry in brood) en die kleine mankementjes aan de auto te laten repareren. Op weg naar de stad bedachten we dat het een goed idee was om de garage eens te bellen voor een afspraak. Die kon helaas pas een week later gemaakt worden. We hadden geen zin om een week lang in de stad vast te zitten, dus moesten we de plannen wat herzien.
Een afspraak bij de garage in Pietermaritzburg was snel gemaakt en we hadden vlot een fantastische plek bij Tim en Margie gevonden om te couchsurfen. Zij was bruidsmeisje voor een goede vriendin en had een kitchen tea georganiseerd, waar wij van harte welkom waren. Dit is een tweede vrijgezellenavond voor de bruid, waarbij de sfeer wat rustiger is (zoals Margie uitlegde: zodat het ook leuk blijft voor oudere vrouwen) en zij cadeautjes krijgt voor in de keuken. Overigens hebben we na de party afscheid genomen van de oudere vrouwen en zijn we de stad ingedoken.
Na een gezellig dagje in Pietermaritzburg met Tim en Margie, hebben zij ons weggebracht naar een hostel vlakbij de beroemde Sani-pas. We reden in mijn auto, die Tim twee dagen later bij de garage bracht, terwijl wij met een tour door de bergpas het koninkrijk Lesotho bezochten.
Al snel kwamen we tot de conclusie dat het een zeer wijs besluit was geweest om niet zelf achter het stuur te zitten; het was een hobbelige zandweg met diepe afgronden en scherpe bochten met bijnamen als ‘suicide turn' en ‘devils elbow'. Dankzij de uitmuntende rijkunsten van onze gids konden we rustig genieten van het prachtige uitzicht.
Lesotho was ook een schitterend land. Eigenlijk was het jammer dat we er slechts twee dagen waren. De tour was zoals verwacht van een hoog toeristisch gehalte, dus er werd zoals dat hoort voor ons gedanst door verklede mensen. Tja, het hoort erbij.
De gids was geboren en getogen in Lesotho. Hij was dus een Basotho en sprak Susotho en met een leuk gevoel voor humor heeft hij ons heel veel uitgelegd over zijn thuisland en zorgde dat al onze vragen werden vertaald en/of beantwoord.
De tweede dag reden we weer terug over de Sani-pas naar het hostel. Wederom waren Jantine en ik blij dat we dat niet zelf hoefden te doen, want vanwege mist was het zicht beperkt tot één meter. In tegenstelling tot de gids, die het fluitend deed, zouden we peentjes zweten.
We hebben het hostel veilig bereikt en de volgende dag zijn we naar Tim en Margie in Pietermaritzburg teruggekeerd. Morgen gaat zoals gezegd de reis weer verder.
Voor dezelfde verhalen, maar dan net iets anders: zusterjantine.waarbenjij.nu